Zuster Naima | 16-12-2020
Door: Anouk Briefjes
Vorig jaar lag ik met mijn kleine baby vijftien dagen in het ziekenhuis. Vreselijk, er leek geen eind aan te komen en vooral omdat in het begin onduidelijk was, wat er nu precies aan de hand was met mijn kleine mannetje. Vijf december lag ik er nog en er was heel lief een Sint en Pieten geregeld om langs te komen in het ziekenhuis. Ik ging naar de zaal toe waar ze zouden komen. Er zat een muzikant, liedjes te spelen en ging lekker zingen met hem voor mijn baby. Hij vond het leuk dat er een dame zat die wel kon zingen, dus het werden vooral Beatles en Queen liedjes. En toen kwam de Sint en sinterklaasliedjes en ik brak, ik kon niet meer zingen, tranen stroomden over mijn wangen. Waarom was ik nu hier met mijn baby? Ik had zijn eerste Sinterklaas toch echt heel anders voorgesteld. En ik hield me maar vast aan de gedachte dat het volgend jaar anders zou zijn. Dat het overigens zo anders zou worden had ik natuurlijk niet gewenst. Gelukkig mochten we zes december eindelijk naar huis, mijn beste Sinterklaascadeau van dat moment.
Veel kinderen lagen in het ziekenhuis met het RS-virus. Dus toen zag ik al artsen en verpleegkundigen vaak helemaal in pak en mondkapje op kamers naar binnen gaan. Dat zal nu niet anders zijn, alleen mag er waarschijnlijk maar één ouder bij het kind zijn. En dat is loodzwaar. Ik was erg blij op de momenten dat mijn man er was en dat ik even onbezorgd kon douchen of wat eten kon halen. Ook zag ik al een enorme werkdruk en een tekort aan personeel. Vier keer per dag/nacht kreeg ik een nieuwe verpleger en bijna elke overdracht zorgde voor fouten. Fouten in medicatie en communicatie. Constant moest ik alert blijven, checken of het goed ging. Ik probeerde vriendelijk te blijven ook al was ik doodmoe en soms verdrietig en boos om de situatie waar ik in zat.
En gelukkig was daar zuster Naima, ik kende haar toevallig nog van een eerdere opname en zij hielp me enorm deze periode door. Ze is heel adequaat in haar vak, enorm empathisch en slim. Ze luisterde naar me en troostte me door haar vriendelijke woorden. En misschien is ze mij allang vergeten, ik ben haar eeuwig dankbaar voor haar zorg. Daarnaast was er ook nog een hele lieve jonge zuster Jannetje, die me toevertrouwde dat ze zwanger was en dat ze de nachtdiensten zwaar vond. Toch wilde ze daar nog niet mee stoppen, want het was al zo druk voor haar collega’s. En dit tekent het beeld van zorgmedewerkers, denken vaak eerst aan anderen en dan pas aan hun zelf.
Ik moest deze periode erg denken aan vorig jaar. Wat moet dat nu toch heftig zijn voor deze zusters, artsen en patiënten. En hoe komt het toch dat we zo’n tekort hebben in de zorg en dat de werkdruk hoog ligt. Deze mensen verdienen meer resources en absoluut meer salaris.
In 2010 had Nederland nog 2800 beschikbare IC- plaatsen. In 2015 was dit al geslonken naar 1700 en in juni waren er 1350 bedden. Het is het tien jaar beleid geweest van deze overheid. Alles moet efficiënter en goedkoper. En daar gaat het mis. Het wordt tijd dat we meer gaan denken in duurzaamheid en in veiligheid. Het eerste lijkt misschien iets goedkoper of efficiënter, maar uiteindelijk is het duurkoop.
Ik hoop dat we heel gauw van deze pandemie af zijn. Maar ik realiseer me ook dat dit zeker niet de laatste is. Ik hoop dat we bij een volgende vele malen beter voorbereid zijn. Dat we slimmer en sneller kunnen reageren. Zodat de zorg niet overloopt en dat horeca, theaters en alle andere beroepen en bedrijven die nu stilliggen gewoon door kunnen gaan.
En voor nu ben ik even stil, voor zuster Naima en haar collega’s, en hoop ik dat het goed met ze gaat.