Nog drie weken | 23-6-2021
Door: Tim Schuitvlot
Het schooljaar loopt op zijn einde. Leerlingen zijn toe aan vakantie. Zowel in het middelbaar onderwijs als op de basisscholen is de koek op. De energie is laag en de lontjes zijn kort. Heel gek is dat natuurlijk niet. Het afgelopen jaar was bizar. Corona, lockdown, geen onderwijs, thuisonderwijs, hybrideonderwijs, onderwijs op school, maar op anderhalve meter, toch weer thuis, beter toch weer hybride, weer helemaal naar school. In veel gevallen ging dat goed en in veel gevallen kon het beter.
Waar ik me al eerder over verbaasde is het ontzettende aanpassingsvermogen van leerlingen. Ze doen het gewoon. Thuis in de keuken achter een laptop? Geen probleem. Op je slaapkamer, samen met je broer en een slechte internetverbinding? Als dat de manier is, doen we het zo. Ineens je moeder als juf? Wat jullie willen!
Zelf ben ik minder goed in staat om al die aanpassingen te verwerken. Het seizoen duurt nog even maar eigenlijk ben ik er al klaar mee. Vakantie is wat ik wil. Nergens over na hoeven denken. Niet moeten bedenken hoe het wel kan of wat wel mogelijk is. Niks doen met m’n verstand op nul. Maar dat kan nog niet. Nog drie weken.
Het is maandagochtend. De wekker gaat. Het is vroeg. Tergend vroeg. Het zomerweer van de afgelopen weken is ook voorbij, dus door de regen fiets ik naar het station. Daar aangekomen moet m’n fiets in een verhoogd fietsenrek. Zo eentje waarbij je fiets doormiddel van een klapsysteem omhoog moet hijsen. Waar die stang eerst niet omlaag wil, gaat hij vervolgens niet meer omhoog. Na het gehannes bij het fietsenrek loop ik met gezwinde spoed naar het station. Dat het regent betekend natuurlijk niet dat het koud is, dus terwijl het zweet in m’n bilnaad sijpelt loop ik naar de incheckpoortjes. Inchecken lukt natuurlijk wel. De handeling van een kaartje voorbij een scanner halen, die kan ik. Dat het poortje vervolgens weigert open te gaan is iets waar ik geen rekening mee had gehouden. Gelukkig kom ik daarachter op het moment dat ik toch door het poortje heenloop. Het geluid dat ik produceer (een combinatie van boze bejaarde man en krolse kat) trekt de aandacht van een NS-medewerker die het poortje alsnog voor me opent. Om de ochtend compleet te maken mis ik op het nippertje de trein. Nog maar drie weken, nog maar drie weken herhaal ik tegen mezelf.
We spelen die dag op een school voor speciaal onderwijs. Een kwartier voor de eerste voorstelling loopt een groepje leerlingen mopperend voorbij. Ze moeten naar een ‘pestmusical’ gaan kijken. Superstom. Nog maar drie weken herhaal ik terwijl ik diep inadem. De leerlingen komen de aula binnen. Met frisse tegenzin gaan ze zitten en met frisse tegenzin begin ik met spelen.
De anderhalf uur vloog voorbij. Het was fantastisch. Tijdens de voorstelling zaten ze helemaal in het verhaal en het nagesprek was heerlijk. Goede antwoorden, lief voor elkaar, leuk naar ons en een aantal goeie grappen vanuit de leerlingen. Dit is waarom dit werk zo leuk is. Jammer dat het over drie weken al vakantie is.