Geen zin  |  15-10-2017

Soms heb je geen zin

Door: Esther Hulst

Vroeg opstaan was voor mij nooit echt een probleem. Als kind zwaaide ik ’s ochtends de buurman uit die op weg ging naar zijn werk bij de boer. Super vroeg stond kleine mini-Esther, voor het raam in pyjama, blij te zwaaien. Erger nog: een hele tijd durfde ik niet bij mijn beste vriendin te logeren. Omdat ze daar altijd uitsliepen tot 9 uur. Terwijl ik met moeite tot 7 uur in mijn bed kon liggen.

Toen een mega-probleem nu een voordeel. Wanneer ik op pad ga met Tg Zwerm gaat meestal rond een uur of 5 mijn wekker. Ik zet mijn wekker uit, stap naast mijn bed, loop naar de douche, zet ‘m aan en na een kwartier onder de hete straal bedenken: “wat zal ik ontbijten en aantrekken”, ben ik er helemaal bij. Ik heb er zin in. Zelfs als we naar Hoogezand-Sappemeer moeten of naar Middelburg. Eigenlijk heb ik er altijd zin in.

Tot ik zwanger werd… Niet dat mijn werk stom is. Zeker niet zelfs, ik heb de beste baan die er is. Maar door al die hormonen verandert zelfs deze workaholic in een broedende moederkloek.

In het begin kon ik geen koffie drinken. Hoezo ‘kon niet’? Hormonen: ik moest bijna kotsen als ik koffie rook. De dag opstarten zonder koffie is voor een koffiejunk als ik toch best zwaar. Maar na een paar dagen went ook dat. Zelfs het liegen, in het prille begin, tegen collegae bij het tankstation, (met Zwerm stoppen we eigenlijk altijd voor een koffiebreak, voor mij nu plasbreak) ging me steeds beter af. En bovendien beter ook voor de baby… Dus na paar dagen wennen stond ik weer te shinen naast mijn bed om 5 uur ’s ochtends.

Nu we over de helft zijn en het seizoen weer echt helemaal is begonnen, gebeurt er weer iets nieuws. Die hormonen ook de hele tijd! Werken gaat me nog steeds goed af, al zeg ik het zelf. Ik ben niet over-emotioneel. Hoef niet te huilen als een kind iets ontroerends zegt. Sterker nog mijn geheugen laat me regelmatig in de steek, heet: babybrein, maar een nieuwe rol instuderen ging prima. Kortom ik functioneer nog prima.

Alleen elke avond voor we weg gaan is er iets in mij dat denkt: blijf lekker thuis, lekker in je bed, lekker broeden, die kleine moet groeien… Afgewisseld met: straks weet je je tekst niet meer, je vergeet alles, je krijgt een black-out, een kind gaat zo iets schattigs zeggen dat je moet huilen, en dat stopt niet meer… nooit meer.

Wat is dit, denk ik bij mezelf. Wat gebeurt er? Ben ik dan alleen nog maar een broedmachine? Heb ik echt geen zin? Moet ik misschien nu al met verlof? Gelukkig komt mijn man bij me in bed liggen en zegt: maar liefje je hebt toch de leukste baan die er is? Vergeet niet: je vindt het achteraf altijd leuk! Ga maar lekker slapen, is ook beter voor de baby. “Oké, beter voor de baby!”, denk ik en val in slaap.

Na mijn hele ochtendritueel begint de zin niet echt te komen. Ik heb een enorm arbeidsethos en zet dus stug door. Aangekomen op de school blijft mijn moeder-kloek-broed-brein zeggen: je had ook thuis kunnen blijven… Je gaat alles vergeten… Maar als de kinderen dan binnenkomen, de muziek aangaat en de voorstelling begint voel ik het: dit is het leukste wat er is!

Esther is eigenaar van Op de eerste rij. Ze maakt, schrijft en speelt voorstellingen met Theatergroep Zwerm en is daarbij werkzaam als theaterdocent. Hier schrijft ze over het maken van nieuwe voorstellingen, het lesgeven en haar leven als werkende moeder.