Een bos bloemen  |  1-10-2017

Een bos bloemen

Door: Tim Schuitvlot

Moe maar voldaan kom ik ’s avonds laat thuis. Een oud student had een voorstelling geschreven en vroeg mij of ik de regie voor mijn rekening wilde nemen. Natuurlijk wilde ik dat. Twee maanden geleden zijn we begonnen met repeteren. Vier voorstellingen later, drie uitverkochte zalen en een goede recensie verder, was vandaag alweer de laatste avond. Morgen begint er weer een nieuwe week. Voor ik in bed kruip zet ik eerst nog de gekregen bos bloemen in een vaas.

Ik kan me nog herinneren dat ik hem niet kreeg. Een bosje bloemen. Na mijn eerste balletvoorstelling. Waar de meisjes om mij heen enthousiast bosjes tulpen en boeketjes met rozen in ontvangst namen kreeg ik (als enige jongetje) niks. Het is natuurlijk ook niet echt een mannending, bloemen. Maar ik had ze graag gekregen. Nu nog.

Veel mensen vinden zo’n bos aan het eind van een voorstelling onzin. ‘Je wordt er toch voor betaald? Er was toch applaus?’. Wil je nu ook nog een bos bloemen? Ja. Graag. Je werkt als theatermaker op verschillende plekken. Daardoor ben je vaak bezig met verschillende projecten. Weken, maanden soms zelfs een heel jaar werk je naar presentaties en voorstellingen toe en vaak worden ze allemaal in dezelfde periode afgesloten. Uren werk, bloed, zweet en tranen lijken in het niets verdwenen. Waar er gister nog stress was over scenes die veranderd moesten worden of kostuums die niet compleet waren, lijkt het vandaag alsof het allemaal nooit is gebeurd.

Met een bos bloemen stel je dat moment nog even uit. Bloemen neem je mee naar huis. Je zet ze in een vaas en je kan er nog een week, soms zelfs twee naar kijken. Het is een soort momentje van bezinning. Een herinnering aan een mooie, dierbare of zware periode. Natuurlijk moet je niet te lang blijven hangen in dat wat geweest is, maar het kan absoluut geen kwaad om ’presentatie-processen’ rustig en bewust af te sluiten. En bloemen helpen mij daarbij.

Voor nu ga ik slapen. Maar morgen ga ik naar de bloemen kijken. En dan realiseer ik me dat ik ontzettend trots ben op de spelers. En dat we heel fijn hebben gewerkt. En dat ik hoop dat we elkaars pad nog een keer kruisen. Zonder de bloemen zou ik morgen denken aan de lesvoorbereidingen voor de rest van de week. Maar dankzij dat boeketje kan ik morgen nog een beetje genieten van vandaag.