Meritocratie  |  30-3-2022

Door: Anouk Briefjes

Wellicht is het een mooie utopie een meritocratie. Een meritocratie is een maatschappijmodel waarin de sociaal-economische positie van ieder mens is gebaseerd op je verdiensten. Dat betekent dat je aanleg belangrijker is dan je afkomst. Het gedachtegoed dat als je maar hard werkt, diploma’s haalt met het liefst van het allerhoogste niveau, dan word je succesvol. We starten al met testen van kinderen op de kleuterschool en de Cito toets of IEP eindtoets bepalen in groep 7 en 8 je niveau op de middelbare school. Eenmaal ingedeeld op een bepaald niveau is het vrij lastig om door te stromen naar een hoger niveau. Daarnaast zijn scholen huiverig om niet honderd procent geslaagden te hebben, want dat betekent minder geld van de overheid. En kun je niet kritische ouders overhalen om hun kind op jouw school te plaatsen, want je moet tenslotte wel een excellente school zijn. Overigens hoort tien procent te zakken, want dat weet je dat een school het niveau juist heeft ingeschat en niet heeft onderschat.

Gelukkig (sarcastisch) kunnen we bijles regelen voor al die toetsen en eindexamens en als het echt niet gaat hebben we de dure particuliere Luzac scholen die zeker ervoor zorgen dat je adolescent zijn diploma haalt.

De groei van bijlessen, huiswerkbegeleiding is gigantisch toegenomen. En gaat het daar niet gewoon mis in onze meritocratie gerichte maatschappij? Want dan doet afkomst er namelijk wel toe. Niet elke ouders en verzorgers zijn in staat om bijlessen te betalen, laat staan een dure particuliere school. Dus heb je geld, dan heb je meer kans om te slagen op een hoger niveau.

Vijfentwintig procent van de studenten op de universiteit hebben niet het niveau voor wetenschappelijk onderwijs, maar die redden het door de steun van hun omgeving. Het is een buitengewone slechte ontwikkeling dat zoveel leerlingen bijles nodig hebben, het zou uitzonderlijk moeten zijn en niet standaard. Het betekent dat er iets mis is in ons onderwijssysteem. Daarnaast wordt leren of kunnen leren elitair. Kortom een maatschappelijke mislukking.

Er speelt ook nog iets anders. Want stel je haalt je diploma’s en start aan een goede baan, maar het is totaal niet wat je leuk vindt? Of wat als het je helemaal niet lukt om een baan te vinden? Een diploma is daar niet een garantie voor. Ook ken ik spijtbetuigingen van mensen die balen dat ze niet hebben doorgeleerd, want dan hadden ze wel succes gehad, denken ze. Zo diep zit het idee dat als ik maar goede diploma’s haal dan word ik zeker succesvol.

Een gevolg is dat de mensen in de landelijke politiek en bij gemeenten geen goede afspiegeling vormen van onze maatschappij. Meer dan 95 procent van de leden in de tweede kamer heeft op de universiteit gezeten. Eerder kende de overheid tot ver in de 20e eeuw nog forse aantallen middelbaar en lager opgeleiden. In gemeentes was dat eerder de helft nu is dat nog maar een derde. Van de wethouders is dat nog maar een kwart.

70 procent van de Nederlanders is laag of middelbaar opgeleid en worden dus met minder dan 7 procent vertegenwoordigd in de tweede kamer. Hoe goed is dat voor een democratie? En wat voor effect heeft dat op bijvoorbeeld populistische partijen? Gelukkig wordt daar niet meer dan maximaal twintig procent op gestemd, maar blijft dat percentage wel stabiel? We zien nu in de wereld wat er gebeurt als een machtsbeluste gek aan het roer staat.

Een meritocratie blijft beter dan een aristocratische maatschappij, alleen krijgen mensen met gelijke aanleg niet de gelijke kansen. Ik hoop dat daar gauw verandering in komt.

Anouk acteert, regisseert en geeft les, onder andere als theaterdocent bij TheaterChallenge. In haar blog schrijft ze over wat haar inspireert en aan het denken zet. Over haar belevenissen binnen én buiten het theatervak en hoe zij daar mee om gaat.