Het leven van een klassenmoeder  |  3-4-2024

Door: Esther Hulst

Als je deze blog vaker leest weet je inmiddels dat ik klassenouder ben van de klas van de dochter. Zij zit op de Vrije School en dat maakt mij vrije school-klassenouder. Waarom deze kwalificatie? Omdat op de Vrije School veel dingen, bijna alles, net even anders gaan dan op andere scholen.

Zo wordt het jaar geleefd met de jaarfeesten. Deze feesten worden gevierd om de leerlingen bewust te maken van de cyclus van het jaar en de seizoensgebonden veranderingen in de natuur. Ook leren ze zo culturele tradities kennen. Op een steeds groter aantal Vrije Scholen wordt om die reden ook het suikerfeest (Idul fitri/Eid-el-fitre) gevierd. Even wat achtergrond info…

Al die feesten betekenen niet meer vrije dagen maar vooral meer voorbereidingen. Superleuk vind ik. Sinds de dochter op de Vrije School zit, heb ik naaien en borduren helemaal ontdekt. Voor bijna elk feest moeten er pannenkoeken gebakken worden, speciale versiering opgehangen worden, geknutseld en geholpen worden bij het knutselen. Daar ging het bij deze klassenmoeder mis.

Voor Palmpasen hebben de kinderen allemaal een Palmpaasstok nodig met een broodhaan, slingers en gedroogd fruit, Waarmee ze dan een optocht door de school lopen. Echt heel schattig. Maar ja, die broodhaan komt niet zomaar op die stok. Die stok heeft een punt nodig. En ook dat doen de kleuters zelf. Of, nou ja… Met hulp van de man en mij.

De man en ik hadden de kleuters, 4 per keer, allemaal duidelijke uitleg gegeven. Zoals van je af snijden. Ze zaten ver genoeg van elkaar af om elkaar niet te kunnen verwonden. Nu hoor ik je denken: hoezo verwonden? Nou, zo’n punt aan een wilgenteen slijpen/snijden gaat het beste met een loei scherp mes. Ook als je nog een kleuter bent. De klasgenoten van de dochter hebben het fantastisch gedaan. Van de 19 kleutertjes heeft niemand zich gesneden en alle stokken hadden aan het eind van de schooldag een mooie punt.

Maar bij mij ging het dus mis. Als de punt aan de stok mooi genoeg is, moet er nog een kruisje in om de kroon met slingers aan te hangen. Dat deden de man en ik. Vonden we veiliger… Ik had de tak van één van de kleutertjes in mijn hand en dacht ‘dit lukt wel zo’. Dat lukte dus niet… Want het mes eindigde in mijn vinger… Auw. En dat mes was loeischerp… auw auw auw…

Ik realiseerde me meteen dat het onhandig van mijzelf was en dat er 4 kleuters om me heen stonden. Dus zei ik “Oh, ik heb iets heel doms gedaan. Ik heb in mijn vinger gesneden. David?” Hij zei meteen: “Kijk ff of het diep is!”, “Nou dat mag jij doen”, zei ik terwijl ik mijn hand van de wond af haalde. “Ja, dat wordt het ziekenhuis, dat moet gehecht worden,” oordeelde hij alsof ie een volleerd chirurg was. Hij gaf me wat tissues om de wond dicht te drukken en samen instrueerden we de kleuters dat de mesjes neergelegd moesten worden, dat ik in mijn vinger had gesneden, dat het mijn eigen schuld was en dat zij hier zeker niets aan konden doen.

Ook de dochter die nieuwsgierig en bezorgd naar buiten kwam, werd terug naar binnen gestuurd met de tekst: “Mama heeft in haar vinger gesneden, heel onhandig, ga maar weer spelen.” Dit gevolgd door papa’s woorden: “We moeten even naar het ziekenhuis want het moet gehecht worden.” De juf en klassenassistent werden geïnstrueerd en toen naar het ziekenhuis.

Wat was ik blij dat David (man, partner en in dit soort gevallen vooral steun en toeverlaat) erbij was. Want terwijl ik de school uitliep, zakte ik een beetje door m’n benen, werd misselijk en alles was licht was werd nog veel lichter. David ondersteunde me als een echte superheld. Gelukkig is de school dicht bij het ziekenhuis en troffen we daar een chirurg die heel goed gaat op hechten. Binnen het uur was mijn vinger ontsmet, gehecht en had ik een tetanusinjectie in mijn arm, omdat het mes natuurlijk niet echt helemaal schoon was van het stokken slijpen.

Ik denk dat de meeste mensen daarna naar huis gaan, een kopje thee gaan drinken en even rustig overdenken wat er allemaal is gebeurd. Maar nee hoor… David en ik gingen terug naar school om de klus, het stokken slijpen, toch nog te klaren. Je kan het gek noemen, ik vond het eigenlijk wel fijn. Want een beetje exposure therapie kon in dit geval geen kwaad. En we konden de kleuters en natuurlijk de dochter laten zien dat het goed ging met mij. Zo geschiedde. Nog een uurtje later hadden alle passtokken een mooie punt en een kruis. Die heb ik er overigens niet in gesneden, dat was toch nog een beetje spannend… En ook waren alle kleuters inclusief de dochter gerustgesteld.

Met de wond gaat het inmiddels vrij goed. De hechtingen zijn eruit en de wond bijna helemaal geheeld. Ik mag nog niet alles doen, maar spelen en lesgeven gaat helemaal super. Met powerliften moet ik nog even wachten… Balen zeg!

Esther is eigenaar van Op de eerste rij. Ze maakt, schrijft en speelt voorstellingen met Theatergroep Zwerm en is daarbij werkzaam als theaterdocent. Hier schrijft ze over het maken van nieuwe voorstellingen, het lesgeven en haar leven als werkende moeder.