Nooit meer eruit sturen? | 15-2-2023
Door: Esther Hulst
Vorige week nam ik deel aan de masterclass: ‘Weten wat je moet doen, als je niet weet wat je moet doen’ van Marcel van Herpen. Georganiseerd door KCOS als inspiratiesessie voor de cultuuraanbieders in de regio Haarlemmermeer. Ik ging er onbevangen heen en was heel benieuwd.
Over het algemeen ben ik me heel bewust van wat ik in lessituaties doe, omdat ik de “Op de eerste rij-methode” wil kunnen overdragen aan de docenten en acteurs/gespreksleiders. Marcel begon met: “intuïtief doe je onbewust alles goed als het goed gaat.” Dat vond ik moeilijk. Ik doe bijna niets onbewust. Maar ik dacht ook: even doorzetten, er komt vast iets bruikbaars. En of dat kwam….
Marcel vertelde veel, maar voor dit verhaal zijn drie dingen belangrijk.
- Een Leerling eruit sturen is geen pedagogisch middel, maar een onderwijs traditie.
- Als je het niet meer weet, als een situatie je overvalt, leg het dilemma dan voor aan de klas of de leerling.
- Je intuïtie, als je het niet meer weet, laat je in de steek. Je intuïtie doet wat ie kent en wat je dus altijd doet. Houd deze drie dingen in gedachten terwijl je verder leest.
Afgelopen donderdag was ik weer op basisschool De Kwikstaart, waar ik voor het tweede jaar als theaterdocent aan het werk ben. Het voelt telkens weer als een warm bad, maar dit terzijde. Ik gaf les aan groep 5. Nog steeds onder de indruk van de masterclass begon ik aan mijn les. Ik had me voorgenomen om er niemand uit te sturen. Zoals Marcel zegt: “geen pedagogisch middel maar een onderwijs traditie”, waar ik niet meer aan mee ging doen.
De leerlingen deden een soort geleide improvisatie. Ik vertelde het verhaal en zij speelden het. Allemaal alleen en met de hele groep tegelijk. Een heel fijne vorm om ze een als groep toch een individuele ervaring te geven. De les liep lekker. Tot Leerling A Leerling B begon te stompen. Ja, echt stompen met vuisten. Ik had het niet zien aankomen. In de split second voor ik Leerling A eruit stuurde, ging mijn voornemen door mijn hoofd: Ik stuur er niemand meer uit. Intuïtief had ik Leerling A bij zijn arm vast gepakt om het stompen te stoppen en zei ik, ietwat luid: “wat doen jij nou?”. Leerling A keek me verbaasd aan.
Door alle tumult en mijn stemverheffing waren alle andere leerlingen stil gevallen. Ik gebaarde dat ze moesten gaan zitten, wat ze braaf deden. “Waarom deed je dat?” vroeg ik, ook nog vol emotie maar iets kalmer dan 2 seconden geleden. Woedend antwoordde Leerling A: “Hij gooide me op de grond, expres.” “Ook al deed ie dat expres, dan mag je nog niet zo stompen. Dat mag echt niet!” zei ik vrij kalm. “Maar hij deed het expres”, riep Leerling A zich nog steeds woest. “Ik deed het niet expres” verdedigde Leerling B zich voorzichtig. “Echt niet!”. “Wel, hij deed het wel expres!” riep Leerling A nog steeds boos. Oh nee, dacht ik, dit welles-nietes gevecht wil ik niet. “Lieve Leerling A denk je echt dat Leerling B dat expres deed?” Ik vroeg dit omdat Leerling B soms wat druk en onhandig kan zijn en dit soort acties dus eigenlijk nooit expres zijn. “Ja, hij deed het expres”. Helaas, het hielp niet. Wat nu? Dacht ik. Leg de leerlingen je dilemma voor, hoorde ik Marcel in mijn achterhoofd. Dilemma, welk dilemma? Ik kreeg het dilemma niet helder en besloot nog een vraag ter stellen: “Leering B is toch een vriend van jou?” Leerling A knikte. Oh gelukkig! Zijn woede maakte plaats voor andere emoties. Wat een geluk. Ik ging verder: “Denk je dat ie je dan expres op de grond zou duwen?” Leerling A schudde nee. “Denk je, lieve Leerling A dat er iemand in deze klas is - jullie zijn een lieve klas en jullie zijn eigenlijk heel lief voor elkaar- denk je dat er iemand in de klas jou expres op de grond zou willen gooien?” “Nee.” Antwoordde Leerling A een stuk kalmer nu. Ik zag de traantjes in zijn ogen opwellen.
Nu kon ik het dilemma voorleggen aan de Leerling en de klas. Wat Leerling A deed, mag natuurlijk echt niet. Normaal gesproken word je er dan uitgestuurd. Wat kan hij nou doen om het goed te maken? Want ik wil hem er niet uitsturen. Op de gang leer je namelijk niks. De klas vond het helemaal geen dilemma: Sorry zeggen was hun simpele antwoord. “Dat lijkt me een heel goed idee!” Intussen biggelen de traantjes over de wangen van Leerling A. “Ben je geschrokken?” Vraag ik hem. Hij knikt. “Ben je geschrokken van hoe boos je werd en van wat je hebt gedaan?” Hij knikt weer. “Wilde Leerling B helemaal geen pijn doen?” “Nee”, antwoord Leerling A vol schaamte. “Mag ik je troosten?” vraag ik Leerling A. En hij draait zich om en stort zich ongeveer in mijn armen. Ik hou hem even stevig vast en wrijf over zijn rug. En zeg: “ga dan nu maar je excuus aanbieden aan Leerling B”. Leerling A droogt zijn tranen en loopt naar Leerling B. Hij geeft hem een knuffel en zegt: “Sorry.”
Terwijl dit gebeurt, vat ik de gebeurtenis nog even samen, voor mezelf en voor de klas. “Wat Leerling A deed mag natuurlijk echt niet. Je mag nooit iemand pijn doen. Maar wat knap van jullie bedacht dat ie z’n excuus moest aanbieden en van hem dat ie nu rustig ‘sorry’ heeft gezegd tegen Leerling B. Echt heel knap!” Tijdens mijn praatje zijn Leerling A en B op de bank gaan zitten, achterin de klas. Ze troosten elkaar. Of eigenlijk troost Leerling B Leerling A.
We kunnen door met de les. Ik kijk nog even naar de klassenleerkracht en zij is zichtbaar (voor mij, niet voor de kids) geëmotioneerd, net als ik eigenlijk. En ze geeft een teken dat zegt: we kunnen door. Terwijl ik diep adem haal vertel, ik verder en doet iedereen weer mee. De klassenleerkracht zei tijdens de lunch: “Een enerverend lesje, maar wat deed je dat goed zeg”. Volgens mij voelde Leerling A zich echt gezien.” Wat een cadeau. Door Leerling A er niet uit te sturen heeft iedereen iets geleerd, de klas, Leerling A, Leerling B, de klassenleerkracht en ikzelf. En dat is precies waarvoor je op school bent.
PS. Heb je tijd, check dan vooral het YouTube-kanaal van Marcel van Herpen. Of neem deel aan één van zijn masterclasses. Echt de tijd dubbel en dwars waard.