Van die dagen  |  27-11-2016

Van die dagen

Door: Tim Schuitvlot

Soms zijn er dagen die rechtstreeks uit een sprookje lijken te komen. Zo’n dag die aan elkaar lijkt te hangen van kleine wondertjes. Je wordt, nog voor de wekker is gegaan, uitgerust wakker. Vervolgens een perfect ontbijtje met koffie en een zachtgekookt eitje, gevolgd door een ontspannende douche en een prettige ochtendwandeling met een vrolijke hond. En als je dan terug thuiskomt kun je, voor je moet vertrekken, nog op je gemak je goed voorbereide les doornemen. Heerlijk.

Andere dagen daarentegen…

De wekker gaat. Ik druk op snooze. De wekker gaat nog een keer. Wederom kies ik voor de snoozeknop. Slecht geslapen. Ik schrik. Hoe laat is het nu? CHIPS! Geen paniek, wel haast. Koffiezetten, en tijdens het doorlopen van de koffie een snelle ronde met de hond, dan snel ontbijten, douchen en als een malle op de fiets naar de andere kant van de stad. Dat wordt de planning. Nog steeds geen paniek, wel iets meer haast. Mijn bed uit, de keuken in. Terwijl ik de slaapkamer uitren stoot ik in de gang mijn teen. Hard ook. Pijn. Maar geen tijd, dus door. Hinkend naar de keuken om er daar achter te komen dat er geen koffie meer is. Door dus met de hond. Die geen zin heeft. Terwijl ik hem over het plein trek begint het te regenen. Hard. Een rondje van vijf minuten duurt een kwartier. Terug naar binnen. Hier wordt de hond enthousiast van. Zo enthousiast dat hij met zijn bemodderde poten, nadat hij een rondje door de kamer stempelt, op de bank spring. Zand overal. Geen tijd nu. Nog meer haast. Ontbijten. Koelkast leeg. Alleen nog kwark. Kwark it will be. En kwark is het zeker. Op mijn shirt. En op de grond. Jammer. Dan maar douchen. Even snel. Te snel. Zo snel dat ik onder ijskoud water stap en in een reflex het rekje met douchegel, shampoo en tandpasta van de muur stoot. En terwijl ik mijn niet goed afgedroogde lijf in mijn kleren wring tik ik ook nog even met mijn elleboog de kastdeur aan. Als dan bij het aantrekken van mijn jas er ook nog een knoopje afspringt is het feest compleet. Het regent nog steeds en na een half uur fietsen kom ik zeiknat van de regen en kletsnat van het zweet aan bij mijn leslokaal. En daar zit iemand anders in nu. Foutje van de administratie. Het andere lokaal is nog wel vrij. Het kleine muffe lokaal. Dan de les. Ik onvoorbereid, de groep moe en snel afgeleid. We zetten allemaal ons beste beentje voor maar komen geen stap vooruit. Les afgelopen, terug naar huis. Wederom door de regen, nog iets harder. En als kers op de taart een platte voorband. Niet leeg, maar plat. Met een gaatje erin. Dat wordt lopen. Een dik uur. Niets kan vandaag nog redden. Alleen een klein wondertje.

Ik hoor een fietsbel.

“Goedemiddag, de mobiele fietsenmaker. Kan ik u ergens mee helpen?”