Iets kunnen is leuk  |  16-2-2020

Door: Tim Schuitvlot

Iets kunnen is leuk. Kunnen koken, kunnen fietsen, kunnen zwemmen, leuk, leuk, leuk. Ikzelf vind het ook leuk om dingen te kunnen. Maar om iets te kunnen moet je eerst iets leren. En daar houd ik niet zo van.

Sinds kort ben ik bezig met mijn rijbewijs. Stom. Ik kan het namelijk nog niet. Allerlei demonen nemen bezit van mijn lichaam zodra ik achter het stuur ga zitten. Angst, paniek, totale chaos en diepgewortelde frustratie komen tijdens de rijlessen uit de krochten van mijn onderbewuste naar boven. Ik wil het kunnen, en ik wil het goed doen. En dat gaat niet wanneer je iets nog niet geleerd hebt.

Naast dat gefrustreerde mannetje zit de meest relaxte rijinstructeur van Nederland. Gürkan. Een jonge gast en vooral een hele prettige docent. Als ik in paniek vol op het gas ga op een rotonde blijft hij de rust zelve. Valt de motor uit omdat ik de koppeling te snel loslaat? Hij vraagt kalm wat er volgens mij niet goed gaat. Tijdens m’n lessen herinnert hij mij er vooral aan dat ik gewoon moet blijven ademen. Logisch nadenken en rustig blijven. Terwijl ik af toe in totale paniek een black out krijg, blijft hij rustig dingen zeggen als: ’ Schakelen’, ’je mag het tempo opvoeren’, ’rustig blijven’, ‘Verbind de handelingen met elkaar, het zijn geen losse onderdelen’. Na een uur hannesen achter het stuur weet hij toch een aantal positieve dingen te benoemen, en vriendelijk herinnert hij me aan de datum van de volgende les. Met het angstzweet in m’n bilnaad zeg ik gedag.

Drie uur later sta ik zelf voor de klas. De leerlingen gaan de slag met teksten. In tweetallen krijgen ze tijd om een dialoog voor te bereiden. Een aantal duo’s presenteren hun dialoog en ik geef regieaanwijzingen vanaf de kant. Eén leerling vindt het nogal spannend. Op het moment dat ze voor de groep staat, schiet ze op slot. Ik hoor mezelf tegen haar praten: ’Rustig blijven’, ‘schakelen’, ’jullie mogen het tempo opvoeren’, ‘verbind de zinnen met elkaar, het zijn geen losse onderdelen’. Ze worstelt zich door de scène heen en is opgelucht wanneer ze weer mag gaan zitten. Met het angstzweet in haar bilnaad neemt ze plaats aan de kant. Als ze na de les naar buiten loopt geef ik haar nog een compliment, dat ze het goed gedaan heeft, ondanks dat ze het zo spannend vond. Ze glimlacht verlegen.

Ik wil dingen kunnen. Dingen leren vind ik stom. Maar ik vind het wel leuk om iets aan anderen te leren. Wanneer ik dan toch iet nieuws moet aanleren, dan graag door een docent als Gürkan. Ik hoop dat de mijn verlegen leerling ook zo over mij denkt.