Wat zijn je dromen?  |  18-11-2020

Door: Esther Hulst

Maandag speelden we met Theatergroep Zwerm op ’t Joppe in Hoofddorp, een basisschool waar we al bijna 10 jaar komen. We speelden er “Bijna 11 enzo”, een voorstelling over o.a. vriendschap, verliefdheid en puberen. De leerlingen en docenten zaten 45 min. ademloos te kijken en te genieten. Zelfs de drukste kinderen zaten er helemaal in.

We komen ’s ochtends aan met een IKEA-tas vol rekwisieten, een laptop, een kapstok en een draagbare audiobox. 45 minuten later komen er twee klassen binnen, gaan zitten en de voorstelling begint. Met extreem weinig middelen nemen we ze mee in een andere wereld. Dat is de ultieme kracht van theater.

Na de voorstelling leiden we het nagesprek, waarin we thema’s uit de voorstelling met de leerlingen bespreken. Wanneer nieuwe acteurs bij Tg Zwerm beginnen, weten ze nooit wat ze hiervan moeten verwachten. Sommige zien het van te voren als een “noodzakelijk kwaad”. Maar zonder uitzondering wordt elke acteur gegrepen door de nabespreking.

“Bijna 11 enzo” gaat over puberen en alle veranderingen aan je lijf die daar bij horen. Zo komt ook ongesteldheid ter sprake. Om dit deel van de nabespreking af te ronden stelde mijn collega Karlijn de vraag: maak de volgende de zin af “Meisjes die ongesteld zijn worden…?”. “Vruchtbaar” was het bedoelde antwoord maar drie jongetjes riepen vol overtuiging: “chagrijnig!”. Hilariteit alom.

Iedereen moest enorm lachen en achter de leerlingen doken drie docenten ineen van het lachen. “Dat kan zeker”, antwoordde Karlijn, nadat we allemaal klaar waren met lachen, “maar eigenlijk bedoelde ik vruchtbaar”. “Oh, ja!”, antwoordde de klas en we konden weer door. Het grappige en het serieuze kunnen in onze nabespreking niet zonder elkaar.

Om deze veiligheid, die nodig is voor deze mate van eerlijkheid en openheid, te creëren vergt dat van de gespreksleider een zekere inspanning. Als gespreksleider moet je namelijk ook helemaal open staan en dat kan heel vermoeiend zijn. Want wanneer je echt open staat, komt ook dat wiebelende jongetje binnen en dat meisje dat haar vriendinnetje iets in d’r oor fluistert. Je bent aan het luisteren en tegelijkertijd ook bezig met de tijd, met waar het gesprek naar toe moet, wat er allemaal behandeld moet worden en met de vraag of alle kinderen wel de ruimte hebben om deel te nemen aan het gesprek. Kortom hard werken dus.

Aan het eind van de nabespreking is er ruimte voor vragen. De leerlingen mogen alles vragen. Meestal vragen ze hoe oud we zijn, of we echt familie zijn (in de voorstelling spelen Ben en ik namelijk broer en zus), hoe lang we hebben geoefend, of we altijd al acteur wilden worden en ook altijd hoe oud we zijn. Die vraag bewaren we altijd voor het eind want kinderen uit groep 7 en 8 geloven nooit dat we al 35, 33 en 27 zijn. Daarna moeten ze zolang bijkomen dat er geen ruimte meer overblijft voor andere vragen.

Deze maandag gebeurde er iets opmerkelijks. Na de vraag of we altijd al acteur wilden worden, volgde nog een vraag: wat zijn jullie dromen nu? Wat een mooie en knappe gedachte van een kind. Kinderen dromen van groot zijn, van wat ze later willen worden. Maar wat zijn je dromen nog als het al later is?

We werden er alle drie door verrast. Als kind word je elke week wel gevraagd wat je worden wil. Maar als volwassene… Wat zijn onze dromen eigenlijk? Ik antwoordde vanuit het nu. Dat ik heel graag ooit weer op reis wilde. Op vakantie naar Bali, naar Indonesië, naar m’n familie omdat ik ze heel erg mis. Die wens heeft natuurlijk alles te maken met de huidige tijd, de coronacrisis waar we allemaal mee te maken hebben en die ooit weer over gaat, waarna we weer op reis kunnen en ik m’n familie weer in m’n armen kan sluiten.

Met deze vraag kwam ik tot het besef dat ik eigenlijk mijn droom al leef. Ik wilde als klein meisje actrice worden. En dat ben ik nu en veel meer dan dat. Ik run mijn eigen bedrijf, met mensen die ik erg goed en lief vind, ik heb een mooi huis, een lieve man en het allerliefste kind ter wereld. Ondanks deze gekke tijd leef ik mijn droom, nog steeds. Op een druilerige maandagochtend kreeg ik dit besef cadeau. Daarom is het spelen en gespreksleider zijn bij Theatergroep Zwerm zo te gek!

Esther is eigenaar van Op de eerste rij. Ze maakt, schrijft en speelt voorstellingen met Theatergroep Zwerm en is daarbij werkzaam als theaterdocent. Hier schrijft ze over het maken van nieuwe voorstellingen, het lesgeven en haar leven als werkende moeder.